Investeringen
| Investeringen | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
taak-veld | IP | *-post | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | afschr in jaren | ||
1. PROGRAMMA WONEN EN LEVEN | 5.698 | 43.717 | 26.044 | 9.033 | |||||
2. PROGRAMMA ZORG | 19.919 | 24.455 | 9.585 | 13.419 | |||||
3. PROGRAMMA WERKEN | - | - | - | - | |||||
4. PROGRAMMA BESTUUR | 1.833 | 1.015 | 1.760 | - | |||||
5. PROGRAMMA FINANCIËN EN GRONDEXPLOITATIES | 16.000 | 4.600 | 5.100 | - | |||||
TOTAALINVESTERINGEN 2021-2024 | 43.450 | 73.787 | 42.489 | 22.452 |
Toelichting bij: Investeringen
Het investeringsprogramma 2022-2025 bevat als basis de jaarschijven 2022 tot en met 2024 uit het IP 2021-2024 in de begroting 2021. Vervolgens zijn deze jaarschijven geactualiseerd naar aanleiding van nadien genomen besluiten en nieuwe aanmeldingen. Bovendien zijn verschuivingen tussen de jaarschijven verwerkt en nieuwe aanmeldingen in de jaarschijf 2025 verwerkt.
De aanmeldingen voor de nieuwe jaarschijf 2025 bestaan in hoofdzaak uit de bekende bedragen die nodig zijn voor de uitvoering van bestaande meerjarige onderhoudsprogramma’s voor onderwijs-huisvesting en openbare ruimte (wegen, riolering, groen, verlichting etc.). Ook zijn de gebruikelijke investeringen voor informatievoorziening en automatisering opgenomen.
Bij deze begroting wordt voorgesteld de kredieten in de jaarschijf 2022 vrij te geven, met uitzondering van de met sterretjes gemarkeerde posten.
Personeels- en organisatiekosten
In de BBV-notitie Materiële Vaste Activa (januari 2020) is voorgeschreven dat salariskosten die direct aan een actief zijn toe te rekenen moeten worden geactiveerd. De financiële verordening van de gemeente Hilversum is (onder andere) op dit onderdeel in 2021 aangepast. In afwachting van nader onderzoek naar de hoogte van de directe personeels- en organisatiekosten zijn de bedragen van de verschillende investeringen uit het investeringsprogramma 2022-2025 exclusief de toerekening van personeelskosten.
Spaarvoorziening riolering
Sinds het begrotingsjaar 2021 wordt op de investeringskredieten die betrekking hebben op de riolering, ieder jaar een bedrag uit de spaarvoorziening riolering in mindering gebracht. Dit heeft als effect dat de kapitaallasten van deze investeringen nihil zijn.
Ondergrondse fietsenstalling
In 2023 zal worden gestart met de aanleg van de ondergrondse fietsenstalling. In de Uitvoeringsnota Stationsgebied is aangegeven dat het de voorkeur heeft om het eigendom van de ondergrondse fietsenstalling bij ProRail te houden. Dat betekent dat deze investering een bijdrage aan activa in eigendom van derden betreft. Deze categorie investeringen is in de financiële verordening van de gemeente Hilversum expliciet uitgesloten van activering. Gelet op de hoogte van het bedrag én de mogelijkheid binnen het BBV om deze categorie wél te activeren, zal bij het raadsvoorstel in een apart beslispunt worden gevraagd in afwijking van de financiële verordening activering toe te staan.
Autorisatie investeringskredieten
Investeringen maken via de kapitaallasten (rente en afschrijving) deel uit van de exploitatiebegroting. Bij de vaststelling van de begroting/meerjarenraming wordt tegelijkertijd de investeringskolom voor het komende jaar (2022) door de raad geaccordeerd. De financiële ruimte voor de investeringen is dan gereserveerd voor het komende jaar. Dit geldt niet voor alle investeringen. Bij het vaststellen van de begroting wordt ook bepaald voor welke investeringsvoorstellen het college op een later tijdstip naar de raad zal gaan voor de autorisatie van het krediet. Deze investeringen zijn in het investeringsprogramma met een sterretje gemarkeerd.
Als regel geldt dat (1) het bestedingsdoel (wat willen we bereiken), (2) de planning (deze is de basis voor de bestedingstermijn van het budget), (3) de onderbouwde financiële raming (de basis voor het begrote bedrag) en (4) het uitvoeringsplan (welke activiteiten zijn nodig) van investeringen helder moeten zijn. Voor investeringen op het gebied van het beheer (van bijvoorbeeld de openbare ruimte) is dit in de regel zo, omdat daar door de raad vastgestelde onderhoudsplannen onder liggen die voorzien zijn van een uitvoeringsplanning. Investeringen die niet aan deze voorwaarden voldoen worden geschrapt. Dit is een uitvloeisel van de zogenaamde beukennoten-wet.
SaaS-oplossingen
Conform BBV voorschriften dienen de ICT kosten voor software in de vorm van SaaS- oplossingen (Software as a Service) met ingang van 2020 op een andere wijze administratief verwerkt te worden. Als gevolg hiervan moeten deze kosten voortaan in de exploitatie verwerkt worden in plaats van als investering. Omdat de SaaS kosten een grillig uitgavepatroon kennen over de jaren verspreid, er nog aanbestedingen lopen is er nog geen volledige duidelijkheid is over de impact. Daardoor is dit nog als zodanig verwerkt in het investeringsprogramma.