Lokale heffingen
Inleiding
De paragraaf lokale heffingen gaat zowel over de heffingen waarvan de besteding ongebonden is als over de heffingen waarvan de besteding wel gebonden is.
Ongebonden heffingen (OZB, Hondenbelasting en Precario)
Dit zijn heffingen waar geen specifieke dienst tegenover staat en waarbij de inkomsten ten gunste komen aan de algemene middelen. Er zijn geen (wettelijke) voorschriften waar wij aan moeten voldoen. Wel hanteren wij zelf als uitgangspunt de aanpassing van de honden- en precariobelasting te baseren op de verwachte prijsstijging. Voor 2022 1,8% en de periode 2023-2025: 2%.
Gebonden heffingen (riool- en afvalstoffenheffing, Leges, Haven- en Marktgelden en Parkeerbelastingen)
Dit zijn de heffingen waar een specifieke dienst/levering tegenover staat. Tegenover bijvoorbeeld de rioolheffing staat dat de gemeente de riolering aanlegt en onderhoudt. Bij het bepalen van de gebonden heffingen mogen we niet meer kosten aan de heffing toerekenen dan de kosten die we maken voor de te leveren dienst. In welke mate de heffing de kosten dekt wordt uitgedrukt in kostendekkendheidspercentage. In 2020 is onderzoek gedaan naar de kostendekking van de gebonden heffingen. De uitkomsten zijn verwerkt bij de berekeningen van de tarieven.
Voor de gebonden heffingen hanteren we een aantal uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn niet altijd zonder meer met elkaar te verenigen. Het vinden van de juiste balans is dus steeds de opgave.
- Landelijk gemiddelde tarieven
Dit uitgangspunt vullen wij in door onze tarieven te toetsen aan die van de rest van Nederland. Dit geldt met name voor de tarieven riool- en afvalstoffenheffing, die door Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden), in samenhang met de OZB, voor alle gemeenten in beeld worden gebracht. Waar relevant toetsen wij aan de tarieven in de regio. Dit doen we bijvoorbeeld bij de marktgelden. We proberen niet teveel af te wijken van de gemiddelde tarieven, waarbij de opmerking past dat niet altijd te achterhalen is wat andere gemeenten wel/niet aan kosten in hun tarieven hebben meegenomen. Het laag houden van de tarieven vraagt ook iets van de mate van efficiency waarmee we onze taken uitvoeren. Periodiek moeten we daarom nagaan of hierin verbeteringen zijn aan te brengen.
- Een eerlijke verdeling van de lasten
Dit betekent dat we de kosten neerleggen bij de gebruikers die profijt hebben van de voorziening. Dit geldt in principe voor alle voorzieningen die wij leveren. Het bekendste voorbeeld is de afvalstoffenheffing. Wat “eerlijk” is, kan aan verandering onderhevig zijn, afhankelijk van de invalshoek die gekozen wordt. Wanneer voor de invalshoek duurzaamheid en milieu gekozen wordt, kan de uitkomst anders zijn, dan wanneer voor een financiële invalshoek wordt gekozen. Voor rioolheffing wordt met ingang van 2022 gekozen voor een eigenarenheffing.
- Volledige kostendekking
Wij vinden het reëel dat de kosten van onze voorzieningen volledig via de tarieven worden gedekt. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn riool- en afvalstoffenheffing.
Macronorm vervangen door benchmark
De gemeenten hebben een eigen beleidsvrijheid voor het bepalen van de hoogte van de tarieven in de OZB. Op landelijk niveau is een plafond vastgesteld voor de hoogte van de opbrengsten van de OZB. Het gaat hier om de zogeheten macronorm. Daarbij kijkt het Rijk naar de stijging van de totale landelijke OZB-opbrengsten. Voor individuele gemeenten geldt geen opbrengstlimiet, maar gemeenten houden bij het bepalen van opbrengst wel rekening met de macronorm.
Per 2021 is deze macronorm vervallen. In de plaats daarvan komt er een benchmark. In de benchmark worden zowel de ozb als de riool-en afvalstoffenheffing vergeleken. Het betreft een vergelijking van de gemeentelijke woonlasten en gemeentelijke tariefontwikkeling binnen een provincie. Ook de landelijke, provinciale en regionale gemiddelden worden vergeleken. De benchmark geeft gemeenten en raadsleden meer inzicht in het eigen beleid ten opzichte van het beleid van andere gemeenten. In paragraaf 3.1.4 is de benchmark vergelijking weergegeven.
In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op:
- De lokale heffingen;
- De lokale woonlastendruk; OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing
- De overige ongebonden heffingen; hondenbelasting en precario
- De overige gebonden heffingen; markt- en havengelden, parkeerbelastingen en leges
- Het kwijtscheldingsbeleid;
- De woonlasten in Hilversum vergeleken met de landelijke, provinciale en regionale woonlasten.
Lokale heffingen
Bepalen overhead uurtarief
Een belangrijk onderdeel van de BBV-regels is dat overheadkosten apart, via een voor alle tarieven te gebruiken verdeelsleutel, aan de kosten van een voorziening moeten worden toegerekend. In Hilversum gebeurt dat door middel van een standaardopslag op het uurtarief van de formatie, die belast is met de gemeentelijke heffingen. Die opslag is berekend door de totale overheadkosten te delen door het totaal aantal productieve uren van de gemeentelijke, personele formatie (fte's).
De opslag overhead per productief uur bedraagt in 2022:
Opslag overhead | 2022 |
---|---|
Geraamde overhead | € 32.880.345 |
Geraamde formatie | 452 |
Productieve uren per persoon | 1.332 |
Totaal productieve uren | 602.064 |
Berekende overhead per uur | € 54,61 |
De woonlasten; onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing
In het coalitieakkoord zijn voor de woonlasten als totaal twee (algemene) uitgangspunten opgenomen.
Algemene uitgangspunten:
- De woonlasten als totaal stijgen maximaal met de inflatie: De verwachte inflatie voor 2022 is 1,8% op basis van de laatste bekende Centraal Planbureau (CPB)-publicatie. Bij het hanteren van dit uitgangspunt wordt ook gekeken naar de verschillende categorieën (huurders, eigenaren en 1, 2 of meerpersoonshuishoudens). Voor de periode 2023-2025 houden we het inflatiepercentage van 2% aan.
- We streven naar volledige kostendekkendheid: De kostendekking mag niet hoger liggen dan 100%. Bij opstellen van begroting 2021 was de kostendekkendheid van Afval en Riool 99%.
Hilversum kent in 2022 voor Riool een dekking van 99% zodat er (nagenoeg) geen ruimte is tot verhoging van het tarief. Door de invoering van een eigenarenheffing riool blijft het tarief gelijk aan het tarief van 2021.
Voor Afval is de situatie gewijzigd. Voor Afval is in 2022 gekozen voor een lagere kostendekking namelijk 92%. De kosten van afval stijgen fors door met name de verhoogde bijdrage aan de Regio. In verband met evenwichtige spreiding van de woonlasten is gekozen om het afvaltarief in de meerjarenbegroting gefaseerd te laten stijgen om in 2025 uit te komen op een kostendekking van 99%.
Voor de begroting 2022 en verder is de mate van kostendekkendheid één van de keuzes die gemaakt kan worden om te voldoen aan het eerste uitgangspunt.
Voor het bepalen van de tarieven en het zorgen dat aan beide uitgangspunten zoveel mogelijk kan worden voldaan (waarbij uitgangspunt 1 boven 2 gaat) zijn er verschillende keuzes gemaakt:
- Stijging van OZB
- Kostendekkendheid Afval en Riool (ieder afzonderlijk)
- Inzet egalisatiereserve Afval en voorziening Riool (ieder afzonderlijk)
In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van de verschillende tarieven. Ook is aangegeven wat het totaal aan woonlasten is per soort huishouden.
Lokale woonlastendruk | meerjarenraming | ||||
---|---|---|---|---|---|
B2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 266,93 | 255,88 | 259,34 | 262,58 | 273,08 |
Rioolheffing | 182,52 | 182,52 | 184,25 | 185,40 | 185,03 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuish.) | 345,60 | 375,60 | 387,69 | 401,10 | 399,54 |
Totaal | 795,05 | 814,00 | 831,27 | 849,08 | 857,65 |
Procentuele wijziging voor woningeigenaren: | |||||
* Eenpersoonshuishouden | 1,08% | 1,87% | 1,84% | 1,33% | |
* Tweepersoonshuishouden | 1,79% | 2,00% | 2,01% | 1,15% | |
* Meerpersoonshuishouden | 2,39% | 2,11% | 2,14% | 1,01% | |
Gemiddelde stijging woningeigenaren | 1,80% | 2,00% | 2,01% | 1,15% | |
Procentuele wijziging voor huurders van woningen | |||||
* Eenpersoonshuishouden | -42,06% | 3,20% | 3,46% | -0,39% | |
* Tweepersoonshuishouden | -34,47% | 3,20% | 3,46% | -0,39% | |
* Meerpersoonshuishouden | -28,87% | 3,20% | 3,46% | -0,39% |
De bovengenoemde effecten hebben als resultaat dat de Woonlasten voor 2022 met circa 1,8% stijgen. De tarieven voor huurders dalen ten opzichte van 2021 vanwege de invoering van de eigenarenheffing riool.
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De tarieven voor de onroerende zaakbelastingen voor woningen dalen met 4,1%. De tarieven voor niet-woningen (gebruikers) en niet-woningen (eigenaren) stijgen met 1,8% inflatie. Voor de periode 2023-2025 houden we het inflatiepercentage van 2% aan.
In de begroting 2022 wordt voor dubieuze debiteuren 1% ten laste van de opbrengst OZB meegenomen: dit betreft circa € 210.000.
Ontwikkeling onroerende zaakbelasting:
Omschrijving | 2021 | 2022 | Verschil tov 2020 | % |
---|---|---|---|---|
Woningen | ||||
Gemiddelde woningwaarde | 323.848 | 355.100 | 31.252 | 9,65% |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 266,93 | 255,88 | -11,05 | -4,1% |
Niet - woningen gebruikers | ||||
Gemiddelde waarde | 611.815 | 617.933 | 6.118 | 1% |
Onroerendezaakbelasting gebruiker | 1.147,42 | 1.168,08 | 20,66 | 1,8% |
Niet -woningen | ||||
Gemiddelde waarde | 611.815 | 617.933 | 6.118 | 1% |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 1.717,89 | 1.748,81 | 30,92 | 1,8% |
Bij het opstellen van de begroting zijn de WOZ-waarden voor het nieuwe jaar nog niet bekend. Bij het berekenen van de tarieven wordt een inschatting gemaakt van de verwachte waardeontwikkeling. Als in februari van het begrotingsjaar de aanslag wordt opgelegd, gebeurt dat op basis van de WOZ-waarde op het moment van de aanslag. Deze kan zowel naar boven als naar beneden afwijken van de waarde waarvan in deze begroting is uitgegaan.
Rioolheffing
Rioolheffing wordt in de huidige situatie in Hilversum geheven van de gebruiker. Bij de Kadernota 2020 is als zoekrichting meegegeven om een eigenarenheffing Riool te onderzoeken. Bij de begrotingsbehandeling 2021 is besloten de eigenarenheffing in 2022 in te voeren. Belangrijkste voordelen hiervan zijn dat ook bij leegstand rioolheffing geheven kan worden en dat er geen kwijtschelding verleend hoeft te worden. De effecten hiervan zijn in de meer jaren berekening verwerkt. Woningcorporaties zijn eind 2020 geïnformeerd en eigenaren met meerdere panden in eigendom zijn begin 2021 schriftelijk geïnformeerd over deze wijziging.
Uitgangspunten bij het berekenen van het tarief rioolheffing:
- De invoering van de eigenarenheffing is verwerkt in de berekening.
- De post kwijtschelding vervalt structureel door invoering van de eigenarenheffing.
- Het tarief blijft ongewijzigd, met een kostendekking van 99%.
- Door de onttrekking ter grootte van € 324.000 uit de egalisatiereserve, ontstaan in tijden waarin de opbrengsten hoger lagen dan de toe te rekenen kosten, kiezen we voor het terugvloeien van gelden naar de burger en een gelijkblijvend tarief.
- Elk jaar wordt rekening gehouden met een toename van 300 huishoudens.
- Effecten gemeentelijk waterplan (GWP) (1,6 fte directe personeelskosten) zijn verwerkt.
Kostendekkendheid rioolheffing | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|
- kosten exploitatie | 1.337 | 1.363 | 1.363 | 1.363 | 1.363 |
- kapitaallasten | 1.030 | 1.041 | 972 | 1.026 | 963 |
- investering ideaalcomplex | 3.029 | 3.029 | 3.029 | 3.029 | 3.029 |
- directe personeels- en organisatiekosten | 1.032 | 1.021 | 1.021 | 1.021 | 1.021 |
Netto kosten taakveld | 6.428 | 6.454 | 6.385 | 6.439 | 6.376 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | |||||
- dubieuze debiteuren | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 |
- kwijtscheldingen | 650 | - | - | - | - |
- heffing en inning | 92 | 103 | 98 | 98 | 98 |
- straatreiniging | 362 | 362 | 362 | 362 | 362 |
- waterwegen | 257 | 388 | 445 | 443 | 443 |
- overhead | 921 | 908 | 905 | 893 | 893 |
- BTW | 382 | 406 | 406 | 406 | 406 |
Totale kosten | 9.242 | 8.771 | 8.751 | 8.791 | 8.728 |
Dekkingspercentage | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
Toe te rekenen kosten | 9.150 | 8.683 | 8.663 | 8.703 | 8.641 |
Totale opbrengst | 9.150 | 8.683 | 8.663 | 8.703 | 8.641 |
Opbrengst mutatie egalisatievoorziening | -1.200 | -324 | -170 | -101 | - |
Opbrengst heffingen | 7.950 | 8.359 | 8.493 | 8.602 | 8.641 |
Stand van voorziening 31 december | 595 | 271 | 101 | ||
Tarief | € 182,52 | € 182,52 | € 184,25 | € 185,40 | € 185,03 |
% verandering (t-1) | 0,46% | 0,00% | 1,72% | 1,15% | -0,36% |
Afvalstoffenheffing:
Het verwijderen van ons afval is uitbesteed aan de Regio Gooi en Vechtstreek (GAD). De begroting van het GAD is bepalend voor de tarieven afvalstoffenheffing. In eerste instantie moet Hilversum via die begroting toezien op een efficiënte en effectieve afvalinzameling, om daarmee de tarieven afvalstoffenheffing voor de burger zo stabiel en laag mogelijk te houden.
Uitgangspunten bij het berekenen van het tarief afvalstoffenheffing:
- De bijdrage van Hilversum voor de GAD stijgt op basis van de oorspronkelijke begroting 2022 van de Regio met € 1.1 mln. naar € 9,9 mln. in 2022: een stijging van 12%. Het algemeen bestuur van de Regio heeft begin juli een aanvullend besluit genomen om een deel van de voorgenomen bezuinigingen op de dienstverlening te verzachten. Dit leidt tot een extra kostenstijging van € 163.000 voor Hilversum t.o.v. de Begroting 2022 van de Regio, die voor zienswijze aan de gemeenten was voorgelegd. Deze extra € 163.000 aan kosten is meegenomen in de kostentoerekening.
- Voor Afval is in 2022 gekozen voor een lagere kostendekking namelijk 92%. De kosten van afval zijn fors gestegen door met name de verhoogde bijdrage aan de Regio. In verband met evenwichtige meerjaarlijkse spreiding van de woonlasten is gekozen om het afvaltarief in de meerjarenbegroting gefaseerd te laten stijgen om in 2025 uit te komen op een kostendekking van 99%.
- Het toepassen van amendement A21/99, aangenomen in de raadsvergadering 6 juli. Het amendement heeft met name als doel de bezuinigingsmaatregelen binnen het GAD uit te stellen. De met dit uitstel gepaard gaande kosten worden verhaald op de deelnemende gemeenten, die dit in hun begroting 2022 zullen moeten opnemen, maar dit mag voor Hilversum niet leiden tot een verhoging van de totale woonlasten. De extra lasten van (€ 163.000) zijn meegenomen in de kostentoerekening. Deze extra lasten worden pas met ingang van 2025 meegenomen in het tarief. Dit leidt tot een lagere kostendekking afval in 2022, 2023 en 2024. In 2025 is de kostendekking 99%.
- Op basis van de realisatie van de afgelopen 3 jaar en rekening houdend met de stijging van het tarief wordt de post kwijtschelding verhoogd met € 75.000 naar € 825.000.
- Elk jaar wordt rekening gehouden met een toename van 300 huishoudens.
Berekening heffingspercentage Afval | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
bedragen x € 1.000 | |||||
- bijdrage GAD (Regio G&V) | € 8.856 | € 10.080 | € 9.977 | € 9.981 | € 9.873 |
- verwachte teruggave GAD (jaarresultaat) | -€ 250 | -€ 50 | -€ 50 | -€ 50 | -€ 50 |
- dubieuze debiteuren | € 200 | € 200 | € 200 | € 200 | € 200 |
Netto kosten taakveld | € 8.806 | € 10.230 | € 10.127 | € 10.131 | € 10.023 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | |||||
- kwijtscheldingen | € 750 | € 825 | € 825 | € 825 | € 825 |
- heffing en inning | € 144 | € 156 | € 149 | € 149 | € 149 |
- straatreiniging | € 362 | € 362 | € 362 | € 362 | € 362 |
- overhead | € 87 | € 146 | € 146 | € 146 | € 146 |
- BTW | € 1.966 | € 2.189 | € 2.167 | € 2.168 | € 2.145 |
Totale kosten | € 12.115 | € 13.908 | € 13.776 | € 13.781 | € 13.650 |
Dekkingspercentage | 99% | 92% | 93% | 97% | 99% |
Toe te rekenen kosten | € 11.994 | € 12.739 | € 12.870 | € 13.411 | € 13.455 |
Totale opbrengst | € 12.106 | € 12.739 | € 12.870 | € 13.411 | € 13.455 |
Opbrengst mutatie egalisatievoorziening | -€ 800 | -€ 359 | € 0 | € 0 | € 0 |
Tarief 1 persoons hh | € 208,20 | € 226,32 | € 233,62 | € 241,71 | € 240,76 |
Tarief 2 persoons hh | € 277,20 | € 301,20 | € 310,90 | € 321,66 | € 320,40 |
Tarief meer persoons hh | € 345,60 | € 375,60 | € 387,69 | € 401,10 | € 399,54 |
% verandering (t-1) | 8,70% | 3,20% | 3,46% | -0.39% |
Voor 2022 stijgen de tarieven met 8,7%. De stijging is vooral het gevolg van een hogere bijdrage aan het GAD, en meer lasten voor kwijtschelding. Bij Afval kiezen we voor de inzet van de egalisatievoorziening (€ 359.000) om de stijging van het tarief verder te dempen.
Overige ongebonden lokale heffingen
Hondenbelasting
In het tarief van de hondenbelasting is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,8% voor 2022 (in de periode 2023-2025: 2%). De geraamde opbrengst voor het jaar 2022 bedraagt € 510.000.
Precariobelasting
In het tarief van de precariobelasting is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,8% voor 2022 (in de periode 2023-2025: 2%). De geraamde opbrengst bedraagt voor het jaar 2022 € 312.000.
Overige gebonden lokale heffingen
Marktgelden
In onderstaande tabel is aangegeven welke kosten wij toerekenen aan de markt, welk bedrag daar bij hoort en voor welk percentage wij deze doorbelasten in het tarief. Onder de tabel treft u een toelichting op een aantal kostensoorten.
Soort | Bedrag | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
bedragen x € 1.000 | |||||||
Kapitaallasten herinrichting Marktplein (1) | 51 | 29% | 15 | 15 | 15 | 15 | |
Personeels- en organisatiekosten | 165 | 100% | 165 | 165 | 165 | 165 | |
Schoonmaak na afloop markt | 101 | incl. BTW | 100% | 101 | 101 | 101 | 101 |
Schoonspuiten Marktplein (2) | 21 | incl. BTW | 29% | 6 | 6 | 6 | 6 |
Divers kleine uitgaven (water, netbeheer etc.) | 3 | incl. BTW | 100% | 3 | 3 | 3 | 3 |
Subtotaal kosten | 290 | 290 | 290 | 290 | |||
Dekkingspercentage | 85% | 92% | 100% | 100% | |||
Subtotaal kosten in tarief | 247 | 267 | 290 | 290 | |||
Wijziging bouwfasering (3) | 160 | 50% (verdeeld over 5 jaar) | 16 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal kosten in tarief | 263 | 267 | 290 | 290 | |||
Promotie (4) | Apart tarief | 17 | 17 | 17 | 17 | ||
Energie (5) | O.b.v. verbruik | 9 | 9 | 9 | 9 |
- = Kapitaallasten gebaseerd op herinrichting o.b.v. een doelmatig plein, investering zou dan €1,5 miljoen bedragen. De markt maakt 2 van de 7 dagen per week gebruik van het plein en daarom de kapitaallasten voor 2/7e deel (29%) doorbelast. De omvang van de markt beslaat niet het gehele plein maar wegens doorlooppaden en aanlooproutes, parkeergelegenheid wordt wel het gehele plein gebruikt ten behoeve van de markt.
- = Schoonspuiten gebeurt maandelijks maar is niet specifiek voor de markt, ook andere evenementen vervuilen het marktplein. De markt maakt 2 van de 7 dagen per week gebruik van het plein en daarom de kapitaallasten voor 2/7e deel (29%) doorbelast.
- = Kosten van €160.000 zijn gemaakt n.a.v. vraag van de markt. Met de marktcommissie afgesproken dat deze kosten in 5 jaar worden doorbelast aan de markt. Om de markt tegemoet de komen draagt de gemeente 50% van de kosten en wordt 50% over 5 jaar verdeeld, 2022 is het laatste jaar.
- = Promotiekosten kent een apart tarief van €0,05 per M2 per dag, het bedrag dat hiermee door de gemeente wordt ontvangen wordt niet door de gemeente besteed maar door de markt zelf.
- = Dit betreft een inschatting van de energielasten. De werkelijk gemaakte energielasten wordt doorbelast op basis van verbruik.
TARIEVEN | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
ZATERDAG | ||||
Basis tarief | 0,80 | 0,87 | 0,94 | 0,94 |
Opslag Wijziging Bouwfasering | 0,05 | - | - | - |
0,85 | 0,87 | 0,94 | 0,94 | |
Promotie tarief | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
WOENSDAG | ||||
Basis tarief | 0,70 | 0,76 | 0,82 | 0,82 |
Opslag Wijziging Bouwfasering | 0,05 | - | - | - |
0,75 | 0,76 | 0,82 | 0,82 | |
Promotie tarief | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
Tarieven per m2 |
Veel standplaatshouders hebben in verband met Covid-19 in 2020 en 2021 lagere omzetten. De bezettingsgraad op de markt is door Covid-19 gedaald. Voor het belastingjaar 2022 blijven daarom de tarieven hetzelfde als de tarieven 2021 om de standplaatshouders te ontzien en de markt aantrekkelijk te houden voor huur van standplaatsen. De afspraak is dat voor de zomer van 2022 de kosten(dekking), in samenspraak met de marktcommissie, tegen het licht wordt gehouden voor het bepalen van de tarieven 2023 en in hoeverre de huidige kostentoedeling nog aansluit bij de werkelijkheid.
Parkeerbelastingen
Er is sprake van een tweetal parkeertarieven. De tarieven voor straat-parkeren en voor vergunningen. Deze kunnen los van de kosten van de parkeerexploitatie worden bepaald. Daarnaast kennen wij de naheffingsaanslag parkeerbelastingen, die wordt opgelegd als iemand niet of niet genoeg heeft betaald voor straat-parkeren of een vergunning.
De inkomsten uit parkeercontroles worden voor 2022 geraamd op € 1.000.000. De inkomsten uit vergunningen worden geraamd op € 475.000.
Het tarief voor de naheffingsaanslag is wettelijk gemaximeerd (wettelijke maximum tarief 2022 nog niet bekend). De gemeente mag dit bedrag alleen naheffen als de kosten die de gemeente moet maken voor de handhaving hoger zijn dan de opbrengst van de naheffingsaanslagen. De gemeente mag dus geen winst maken op de naheffingsaanslagen. Voorgesteld wordt om voor 2022 net als in het huidige jaar het maximum tarief te hanteren.
TARIEVEN | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
bedragen x € 1.000 | ||||
Kosten taakveld, incl. omslagrente | 926 | 926 | 926 | 926 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Netto kosten taakveld | 926 | 926 | 926 | 926 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | ||||
- overige toe te rekenen kosten | 41 | 41 | 41 | 41 |
- BTW | 203 | 203 | 203 | 203 |
Totale kosten | 1.170 | 1.170 | 1.170 | 1.170 |
Opbrengst heffingen | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Dekkingspercentage | 85,5% | 85,5% | 85,5% | 85,5% |
Tarief naheffingsaanslag parkeren 2022 volgt | nnb | nnb | nnb | nnb |
Leges
De legesverordening bevat de tarieven voor een groot aantal gemeentelijke producten en diensten. Het gaat hierbij altijd om diensten waar mensen zelf om gevraagd hebben bij de gemeente. Voor de door de gemeente geleverde diensten kunnen leges in rekening worden gebracht. Bij de legesheffing worden de kosten die de gemeente maakt verhaald op de aanvrager.
De verordening is opgedeeld in drie titels. In elke titel is een bepaalde categorie gemeentelijke producten ondergebracht. De wettelijke eis is dat kostendekking op het niveau van de verordening als geheel niet meer bedraagt dan 100%. De berekening per titel geeft inzicht in de mate van kostendekking per categorie producten en diensten. In enkele gevallen worden tarieven bij wet vastgesteld. Dit beperkt het aantal tarieven dat volledig kostendekkend kan zijn.
Voor de Omgevingsvergunning blijft het huidige tarief van 3,4 % van de bouwsom gehandhaafd. Een deel van de tarieven is wettelijk vastgesteld. De overige tarieven stijgen met 1,8% inflatie. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de legesverordening.
Omschrijving | Lasten | Baten | Kostendekkenheid % |
---|---|---|---|
Algemene dienstverlening | 1.288.138 | 1.030.492 | 80,0% |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/Omgevingsvergunning | 2.985.770 | 3.319.000 | 111,2% |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | 146.237 | 60.784 | 41,6% |
Totaal | 4.420.144 | 4.410.276 | 99,8% |
Bij de kostendekkendheid van de legesverordening wordt gekeken naar de verordening als geheel. Kruissubsidiering binnen de afzonderlijke onderdelen is toegestaan. De kostendekkendheid van de gehele verordening komt voor 2022 uit op afgerond 100%.
Hierbij dient rekening te worden gehouden met het volgende:
- Er zijn projecten doorgeschoven van 2021 naar 2022. Een project loopt altijd over meerdere kalenderjaren heen. Het project Lucent is bijvoorbeeld doorgeschoven in de fasering.
- De kostentoerekening is onder meer gebaseerd op normtijden. Deze normtijden zijn gebaseerd op ambitieuze externe benchmarks. Het streven is om deze normtijden te behalen. De werkelijke tijden kunnen hoger zijn, wat leidt tot een lagere kostendekkendheid.
- Voor de leges omgevingsvergunningen geldt dat de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen grote invloed zullen uitoefenen op de lasten en de baten. Beide wetten worden naar verwachting per 1 juli 2022 van kracht. Bij de dan noodzakelijke aanpassing van de legesverordening worden de tarieven en de bijbehorende raming van baten en lasten zorgvuldig heroverwogen.
Havengelden
De havengelden bestaan uit liggelden van woonboten en kadegelden voor vracht- en recreatievaart. Het overgrote deel is afkomstig van woonschepen. Van recreatievaart is nauwelijks meer sprake en ook het vrachtverkeer neemt af. Kostendekkende tarieven zijn niet haalbaar. De gemeentelijke tarieven zijn nu al vergelijkbaar of hoger dan de commerciële tarieven van de particuliere havens in de omgeving. Daarnaast bieden particuliere havens meer faciliteiten en toezicht. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de verordening havengelden.
Kostendekkendheid havengelden | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
bedragen x € 1.000 | ||||
Kosten taakveld, incl omslagrente | 385 | 431 | 501 | 532 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -65 | -65 | -65 | -65 |
Netto kosten taakveld | 320 | 366 | 436 | 467 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | ||||
- overige toe te rekenen kosten | 1 | 1 | 1 | 1 |
- overhead | 87 | 87 | 87 | 87 |
- BTW | 35 | 35 | 35 | 35 |
Totale kosten | 443 | 489 | 559 | 590 |
Opbrengst heffingen | 19 | 19 | 19 | 19 |
Dekkingspercentage | 4,3% | 3,9% | 3,4% | 3,2% |
Inkomsten uit lokale heffingen
Omschrijving | Jaarstukken | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
bedragen x € 1.000 | ||||||
Onroerendezaakbelastingen woningen | 11.661 | 12.532 | 12.198 | 12.408 | 12.614 | 12.918 |
Onroerendezaakbelastingen niet woningen | 9.648 | 10.225 | 10.269 | 10.474 | 10.684 | 10.897 |
Hondenbelasting | 463 | 510 | 510 | 510 | 510 | 510 |
Precariobelasting | 76 | 312 | 312 | 312 | 312 | 312 |
Totaal niet gebonden heffingen | 21.848 | 23.579 | 23.289 | 23.704 | 24.119 | 24.637 |
Gebonden Heffingen | ||||||
Rioolheffing | 8.056 | 7.949 | 8.359 | 8.493 | 8.602 | 8.641 |
Afvalstoffenheffing | 10.668 | 11.194 | 12.380 | 12.870 | 13.411 | 13.282 |
Marktgelden | 212 | 244 | 247 | 254 | 254 | 254 |
Opbrengsten parkeermeters en vergunningen | 3.392 | 3.435 | 3.505 | 3.505 | 3.505 | 3.505 |
Opbrengsten fiscale parkeerheffingen | 797 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Leges omgevingsvergunningen | 1.893 | 2.631 | 3.137 | 4.475 | 4.823 | 3.979 |
Leges burgerlijke stand | 214 | 203 | 203 | 203 | 203 | 203 |
Leges rijbewijzen/paspoorten/identiteitskaart | 658 | 892 | 755 | 620 | 1.196 | 1.196 |
Leges gemeentelijke basisregistratie | 115 | 145 | 86 | 86 | 86 | 86 |
Overige leges en heffingen | 145 | 253 | 259 | 259 | 259 | 259 |
Totaal gebonden heffingen | 26.150 | 27.946 | 29.931 | 31.764 | 33.340 | 32.405 |
Totaal | 47.998 | 51.525 | 53.220 | 55.468 | 57.459 | 57.042 |
Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente Hilversum biedt inwoners de gelegenheid kwijtschelding aan te vragen, als zij niet of met grote moeite in staat zijn om de lokale belastingen te betalen. Een inwoner komt niet zomaar in aanmerking voor kwijtschelding. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden dat de gemeente toetst bij de behandeling van de aanvraag. De kwijtscheldingsverzoeken worden behandeld aan de hand van normen van de rijksoverheid en de relevante wet- en regelgeving voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De door kwijtschelding misgelopen opbrengsten zijn verrekend in de tarieven.
De gemeente Hilversum verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en hondenbelasting. Bij de hondenbelasting geldt dit alleen voor de eerste hond binnen een huishouden. De belasting voor een tweede hond of meer komt nooit in aanmerking voor kwijtschelding. De begrote bedragen voor kwijtscheldingen zijn opnieuw beoordeeld. Voor afvalstoffenheffing is de stijging voor 2022 € 75.000. Per 2022 wordt rioolheffing een eigenarenheffing. Dit heeft erin geresulteerd dat in de begroting 2022 het totaalbedrag aan kwijtschelding is gedaald naar € 859.000 (was in 2021: € 1.434.000).
Hilversum behandelt ook de kwijtscheldingsverzoeken voor de (waterschaps) heffingen van Waternet, wanneer het om inwoners van Hilversum gaat. Waternet vergoedt de kosten die de gemeente Hilversum hiervoor maakt. Ook de kwijtscheldingsverzoeken van Wijdemeren worden door Hilversum behandeld.
Voor administratieve beroepen wordt ingeschat dat 95% daarvan ongegrond is. Dit in de verwachting dat de beoordeling van de kwijtscheldingsverzoeken correct heeft plaatsgevonden en dat het administratief beroep daarom kan worden afgewezen (ongegrond verklaard).
In de fase van administratief beroep kunnen alsnog opgevraagde stukken worden verstrekt waardoor het administratief beroep alsnog wordt toegewezen. Het is dus niet zo dat het kwijtscheldingsverzoek onterecht is afgewezen, maar wel dat het administratief beroep wordt toegekend waardoor het percentage ongegrond verklaarde beroepschriften lager kan uitvallen dan begroot zoals in het onderstaande overzicht is aangegeven bij de jaarstukken 2020.
Omschrijving | JS 2020 | B 2021 | B2022 |
---|---|---|---|
Aantal kwijtscheldingsverzoeken | 3.688 | 3.500 | 3.600 |
(inclusief Waternet) waarvan: | |||
Geheel toegekend | 2.448 | 2.650 | 2.500 |
Gedeeltelijk toegekend | 43 | 150 | 100 |
Afgewezen | 980 | 700 | 1.000 |
Per 31 december in behandeling | 217 | 0 | 0 |
Verzoeken afgehandeld binnen 6 mnd | 80% | 100% | 100% |
Totaalbedrag kwijtschelding | € 1.261.000 | € 1.434.000 | € 859.000 |
Aantal beroepschriften | 14 | 100 | 25 |
% ongegronde beroepschriften | 100% | 95% | 95% |
% afgehandelde beroepschriften binnen | |||
wettelijke termijn van 8 weken | 78% | 100% | 100% |
Aantal herzieningen | 171 | 175 | 175 |
% ongegronde herzieningen | 28% | 30% | 30% |
% herzieningen afgehandeld <6 maanden | 100% | 100% | 100% |
Landelijke woonlastenvergelijking
Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) van de Rijksuniversiteit van Groningen vergelijkt periodiek onder andere de diverse lokale lasten met elkaar. Het COELO brengt hierover jaarlijks de 'Atlas van lokale lasten' uit, met daarin informatie over alle gemeenten in Nederland.
In 2021 neemt Hilversum een vergelijkbare positie in ten opzichte van 2020. De gemiddelde woonlasten voor woningeigenaren liggen in veel gemeenten rond het gemiddelde van € 811. In het merendeel van de gemeenten liggen de woonlasten tussen de € 700 en € 900. Voor Hilversum is dit voor 2021 € 827. Het overzicht van de gemeenten (nummer 1 heeft de laagste gemiddelde woonlasten) voor een meerpersoonshuishouden met daarin opgenomen de positie van Hilversum, ziet er als volgt uit.
Overzicht woonlasten voor woningeigenaren meerpersoonshuishouden (eigenaar-bewoner) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | ||||
Omschrijving | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag |
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten | ||||||
Gemeente met de laagste lasten | 1 | 511 | 1 | 573 | 1 | 598 |
Gemiddelde van alle gemeenten | 740 | 776 | 811 | |||
Gemeente met de hoogste lasten | 372 | 1.446 | 372 | 1.440 | 370 | 1.517 |
Gemeente Hilversum | 208 | 767 | 170 | 784 | 183 | 827 |
De gemiddelde woonlasten voor huurders (riool- en afvalstoffenheffing) in Nederland bedraagt € 411 in 2021. Onze tarieven voor huurders voor 2021 liggen boven het gemiddelde. Dit komt doordat 38% van de gemeenten rioolheffing alleen van de eigenaar heft en daarmee alleen afvalstoffenheffing als gebruikersheffing heeft. Het overzicht van de gemeenten voor huurders met daarin opgenomen de positie van Hilversum, geeft het volgende beeld.
Overzicht woonlasten voor huurders meerpersoonshuishouden | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | |||||
Omschrijving | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | |
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten | |||||||
Gemeente met de laagste lasten | 1 | 37 | 1 | 36 | 1 | 38 | |
Gemiddelde van alle gemeenten | 368 | 389 | 411 | ||||
Gemeente met de hoogste lasten | 372 | 644 | 372 | 660 | 370 | 666 | |
Gemeente Hilversum | 328 | 499 | 301 | 506 | 294 | 528 |
Door de overgang naar rioolheffing van de eigenaar zullen de tarieven voor huurders in 2022 sterk dalen. Huurders betalen dan alleen nog maar afvalstoffenheffing. De tarieven voor huurders in Hilversum zullen daarmee voor 2022 uitkomen onder het landelijk gemiddelde.
In onderstaande tabellen is een overzicht weergegeven van de woonlasten 2021 binnen de provincie Noord-Holland, van regio gemeenten en gemeenten met een vergelijkbare omvang.
De doorgetrokken rode lijn in bovenstaande kolom geeft in beide onderdelen het landelijk gemiddelde weer, de gestippelde rode lijn het provinciale gemiddelde. Hilversum is terug te vinden rond het gemiddelde.